Als je een bestaande woning koopt en hier eigenaar van wordt dan ben je in beginsel overdrachtsbelasting verschuldigd. Gaat het om een woning die je zelf gaat bewonen (woning is hoofdverblijf) dan bedraagt de overdrachtsbelasting 2% van de koopsom. Het kan echter zijn dat je recht hebt op de startersvrijstelling en dan betaal je 0% overdrachtsbelasting.
Woning als hoofdverblijf
Er zijn echter, naast de startersvrijstelling van overdrachtsbelasting, nog enkele andere situaties waarin je geen overdrachtsbelasting hoeft te betalen:
- als je onroerend goed van iemand erft.
- als je na een scheiding de volledige eigenaar wordt van een woning of een stuk grond dat eerder eigendom van jou en je ex-partner jullie was.
- als je mede-eigenaar wordt van een onroerende zaak doordat je bijvoorbeeld een geregistreerd partnerschap of een huwelijk onder gemeenschap van goederen aangaat met iemand die al eigenaar is van die onroerende zaak.
- als je een nieuwbouwwoning koopt in plaats van een bestaande woning.
Tweede woning
Is de woning die je koopt niet je hoofdverblijf, maar een tweede woning? Dan betaal je in 2025 nog het verhoogde tarief van 10,4% aan overdrachtsbelasting. Vanaf januari 2026 wordt dit verhoogde tarief verlaagd van 10,4% naar 8%.
Je krijgt bijvoorbeeld te maken met dit verhoogde tarief als:
- je een vakantiehuis koopt;
- je een woning koopt voor je kinderen;
- je een huis koopt om dat vervolgens te verhuren.
Bedrijfspanden
Het tarief voor niet-woningen blijft overigens 10,4%. Dit geldt voor bijvoorbeeld commercieel vastgoed (kantoren, winkels of bedrijfsruimtes), bedrijfspanden en onbebouwde grond.