Verzoek tot ambtshalve vermindering
In onze blog over de bezwaarschrift procedure hebben we gezien dat als je het niet eens bent met een door de belastingdienst opgelegde aanslag, dat je daartegen een bezwaarschrift kan indienen. Dit bezwaarschrift moet binnen een termijn van 6 weken worden ingediend bij de belastingdienst.
Als je niet binnen deze termijn jouw bezwaarschrift hebt ingediend bij de belastingdienst, dan wordt dit bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaard.
Je hebt dan echter nog wel het recht om een verzoek tot ambtshalve vermindering in te dienen.
Indieningstermijn verzoek
Een verzoek tot ambtshalve vermindering kan door jou worden ingediend 5 jaar na het jaar waarop de aanslag betrekking op heeft. Dus als het gaat om een aanslag van 2018, dan kan je nog tot en met 31 december 2023 een verzoek tot ambtshalve vermindering indienen. Als je ook deze termijn laat verlopen, dan is zowel jouw bezwaarschrift niet-ontvankelijk maar ook jouw verzoek tot ambtshalve vermindering. Dus op geen enkele wijze kan je dan meer in bezwaar of beroep gaan tegen de aanslag van de belastingdienst
Onder aanslag wordt het volgende begrepen:
de voorlopige aanslag, de definitieve aanslag, de uitnodiging tot betaling, de navorderingsaanslag, de naheffingsaanslag, de voorlopige conserverende aanslag, de conserverende aanslag en de conserverende navorderingsaanslag.
Beslistermijn verzoek
Op een verzoek om vermindering of teruggaaf is art. 4:13 Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Dit betekent dat de inspecteur in beginsel binnen een termijn van acht weken na ontvangst van het verzoek moet beslissen.
Bezwaar- beroepsprocedure
Belangrijk is te vermelden dat een verzoek tot ambtshalve vermindering, het recht om een bezwaarschrift in te dienen weer doet herleven. Immers artikel 21k Algemene Wet Rijksbelastingen (Awr) bepaalt dat indien betrokkene een verzoek tot ambtshalve vermindering heeft gedaan en dat verzoek geheel of gedeeltelijk wordt afgewezen, de inspecteur moet beslissen bij een voor bezwaar vatbare beschikking. Dus na een gehele of gedeeltelijke afwijzing kan er alsnog een bezwaarprocedure (bij de belastingdienst) en zelfs een beroepsprocedure bij de rechter worden gestart.