Het pensioen
Als je jouw pensioengerechtigde leeftijd hebt bereikt, dan ontvang je in ieder geval een AOW-uitkering. De AOW echter afgeleid van het minimumloon. De AOW is derhalve geen vetpot. Het is genoeg om te voldoen aan uw dagelijkse levensbehoeften en in sommige tijden is het zelfs onvoldoende.
Daarom is er voor werknemers in veel gevallen een pensioenregeling ingevoerd. Als het bedrijf waar u werkt of gewerkt heeft onder een CAO valt, dan heeft dit bedrijf normaal gesproken een verplichte pensioenregeling via een groot pensioenfonds zoals het Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW). Valt het bedrijf niet onder een CAO, dan kan het bedrijf vrijwillig een pensioenregeling aangaan voor haar werknemers.
Kenmerken van het pensioen
Hoogte van het pensioen
Het doel van een pensioenregeling is te komen tot een pensioen dat 70% bedraagt van het laatst verdiende bruto-inkomen. Pensioen is eigenlijk uitgesteld loon. De hoogte van de pensioenpremie om die 70% te bekostigen is hoog. Zo is de pensioenpremie bij het pensioenfonds PFZW bedraagt per 1 januari 2025 25,8% van de bruto loonsom. Deze pensioenpremie wordt gelijkelijk verdeeld tussen werkgever (50%) en werknemer (50%). Deze premiehoogtes zijn vergelijkbare met andere pensioenfondsen.
Pensioenpremie fiscaal aftrekbaar
De pensioenpremie wordt ingehouden op uw loon. De door u als werknemer betaalde pensioenpremie is fiscaal aftrekbaar van uw loon. Je betaalt daardoor minder loonbelasting over jouw loon.
Aanspraken onbelast, uitkeringen belast
De aanspraak op werknemerspensioen is niet belast en valt niet in Box 3. De pensioenuitkeringen zijn te zijner tijd wél belast en worden aangemerkt als loon uit vroegere dienstbetrekking en zijn onderworpen aan loonheffingen.